Wenken om door het bestaan te navigeren
1. Root-causeverklaringen maken je lui
Wie de controle kwijt is kan vatbaar zijn voor de gedachte dat er voor veel ellende uiteindelijk één dieperliggende oorzaak is – de root cause, de wortel van alle problemen. Deze gedachte geeft grip op het bestaan en voedt onze behoefte aan controle. Voor de een zijn immigratie en islam de oorzaken van bijna alle problemen, voor de ander teveel managers, teveel rendementsdenken, die verdraaide marktwerking of noem maar op. Wie de root cause heeft gevonden hoeft niet meer na te denken. Het klinkt heel wat maar is in feite heel simplistisch. In werkelijkheid zijn problemen ingewikkelder en zijn er vele oorzaken. Als je je focust op die ene zogenaamde oorzaak verlies je het zicht op de complexe werkelijkheid.
2. Protocollen schakelen het denken uit
Protocollen zijn reuze handig wanneer je een Ikeakast in elkaar schroeft. Sterker, als je met een vliegtuig reist zijn ze onontbeerlijk. Er wordt echter ook te onpas gebruik gemaakt van protocollen. Het nadeel van een protocol is dat het het denken uitschakelt: je gaat van de ene stap naar de volgende stap zonder daar kritisch bij stil te staan. En dat terwijl het van tijd tot tijd nodig is je af te vragen: ben ik op de goede weg, wat is nu ‘eigenlijk’ het probleem, is dit wel de oplossing van dat probleem, stel ik de goede prioriteiten et cetera. Wanneer je wil nadenken doe je er goed aan de protocollen even te parkeren.
3. Gebruik de goede werkwoorden
Vragen, krijgen, geven, verdelen, weigeren, spelen en nemen. Dat zijn volgens de koningin van de relatietherapie Esther Perel de belangrijkste werkwoorden om in je relaties met andere mensen te onderzoeken waar je behoefte aan hebt, wat je moeilijk vindt en waarin je relatie tekortschiet. Met behulp van deze zeven werkwoorden kun je achterhalen waar het scheef groeit, wat al die kleine pijnpuntjes zijn die uit kunnen groeien tot een veelkoppig monster. Kijk daarom naar binnen, wees eerlijk en kritisch. En hou relaties (welke dan ook) zo nu en dan tegen het licht, wat wil je anders? Spreek het uit en kijk of je het met de ander kunt veranderen.
4. Taal stuurt het denken
Het lied ‘Geen woorden maar daden’ onderschat de kracht van woorden. Het lijkt alsof wij de taal scheppen maar zodra er woorden gekozen zijn gaan zij de werkelijkheid scheppen: de taal gaat ons beheersen. Als misdaad voorgesteld wordt als een roofdier gaan we op jacht, als misdaad met een virus wordt vergeleken gaan we de omstandigheden veranderen. Het maakt voor je handelen uit of je iemand een ‘mensensmokkelaar’ noemt of een ‘travel agent’. Toen in de 20e eeuw sommige mensen als ‘kakkerlakken’ betiteld werden, waren de consequenties huiveringwekkend. Taal is niet neutraal.
5. Laat je niet uit het veld slaan door ‘geleerde analyses’
Als er een demonstratie is, klinkt soms het commentaar dat het niet zomaar een demonstratie is maar een ‘veenbrand in de samenleving’. Dat klinkt heel diepzinnig maar is het dat ook? Je suggereert dat er iets gaande is dat niet iedereen ziet, behalve jij, jij weet wat er aan de hand is. Als er echte brand ontstaat heb je gelijk; en als er geen brand ontstaat heb je ook gelijk! Het is immers een veenbrand en die kan oplaaien of juist niet. Kortom, het is een verklaring die goed klinkt maar die in het geheel niets verklaart. Hoed je ook voor de zombie-vocabulaire: woorden zonder betekenis maar met het aura van diepgang zoals framework, dimensie, model, proces en ga zo maar door.
6. Je hebt denken en denken
Van nature denken we met onze intuïtie: je beoordeelt informatie op je gevoel. Dat is essentieel wanneer je je in gevaarlijke omstandigheden bevindt. Wanneer we echter een complexe handeling gaan uitvoeren, hebben we onze ratio nodig: informatie vergaren, kijken of je een patroon ziet, conclusies trekken en die in de praktijk toetsen. Beide denktypes (aangeduid als snel en langzaam denken) hebben hun eigen waarde. Maar er een groot verschil tussen beide denktypes: het denken met behulp van intuïtie gaat van nature, het staat altijd en overal aan; het denken met de ratio moet je bewust aanzetten.
Chauffeur John mist het stopbord vanwege een boomtak die voor het stopbord hangt en veroorzaakt een ernstig ongeval. Op de achterbank ligt een cadeau voor zijn jarige oma. In een onderzoek werd mensen gevraagd naar hun oordeel. Het oordeel valt mild uit, de nadruk wordt gelegd op de verzachtende omstandigheden gecombineerd met het beeld van een brave burger op weg naar een verjaardag.
Het onderzoek gaat verder met een tweede versie: op de achterbank ligt geen cadeau voor oma maar een handelsvoorraad cocaïne. Een vergelijkbare groep mensen oordeelt veel strenger: de drugsdealer is verantwoordelijk, hij had maar beter moeten opletten.
Ook voor deskundigen is het lastig om achtergrondinformatie buiten beschouwing te laten. Een interessant experiment: een onderzoeker liet ambigue hersenplaatjes zien. De vraag aan de deskundigen: is er sprake van een herseninfarct? In sommige gevallen werd suggestieve informatie gegeven over de achtergrond van de patiënt (hoge bloeddruk, veel alcoholgebruik, familie met hart- en vaatziekten), in andere gevallen werd neutrale informatie gegeven. Wat blijkt: suggestieve achtergrondinformatie leidt ertoe dat artsen meer afwijkingen zagen.
Wanneer het er echt om gaat, wanneer we beoordeeld worden door de baas, de dokter of de rechter, willen we graag dat de beoordelaar zich verre houdt van intuïtie, we willen dat zij scherp nadenkt, alle informatie verzamelt en afweegt en voortdurend zich de vraag stelt of zij wat over het hoofd ziet. We realiseren ons dat we voor een evenwichtig oordeel onze intuïtie uit moeten zetten en gebruik moeten maken van ons langzame denken. Het neemt veel tijd, het vergt veel inspanning en er blijft altijd het besef dat je het mis kunt hebben. Langzaam denken kost veel, de opbrengst is echter onbetaalbaar.
7. Voorkom tunnelvisie: zoek naar tegenbewijs
Van nature zoeken we naar bevestiging. Als we een detective lezen en we denken dat X de moord heeft gepleegd gaan we op zoek naar aanwijzingen die ondersteunen dat verdachte X het heeft gedaan. Die aanwijzingen zijn er waarschijnlijk ook. Door de focus op X kunnen echter andere potentiële daders uit het zicht raken. Tunnelvisie is te voorkomen door niet alleen naar bevestiging maar juist ook naar ontkenning te zoeken, probeer je stelling te ‘hacken’. Ga op zoek naar ontlastend bewijsmateriaal: gegevens waaruit blijkt dat X het niet gedaan kán hebben. En pas als dat niet gevonden kan worden, is de kans groot dat je de echte dader te pakken hebt.
8. Blijf weg van de slachtoffercultuur
Boze burgers zijn burgers die onrecht is aangedaan. En dus heb je een recht: het onrecht moet worden weggenomen door de ander. Je hoeft zelf niets te doen, als je boos bent hoef je niet kritisch naar jezelf te kijken. Boosheid genereert zo een comfortabele zekerheid. En dat is een obstakel bij het oplossen van problemen. Kritische burgers leveren kritiek en gaan in gesprek om te onderzoeken hoe het beter kan. Wanneer je jezelf als slachtoffer ziet is de ander de schurk, die moet in beweging komen. En jij hoeft lekker niets te doen. Neem de regie en werk samen om problemen op te lossen.
9. Wantrouw je herinneringen
Wat we zien is niet de objectieve werkelijkheid. Het oog is geen camera die louter registreert. Onze hersenen geven betekenis aan de elektrische signalen die de lichtgevoelige cellen van het netvlies doorsturen. Je ziet dus met je hersenen. En die hersenen filteren de waarnemingen en vergelijken die waarnemingen met wat ze eerder opgevangen hebben. Waarneming is dus een combinatie van input via de zintuigen en interpretatie en selectie van de hersenen. Waarneming is daarom per definitie subjectief, gekleurd en slordig. Bij het ophalen van herinneringen wordt informatie uit alle hoeken en gaten van het brein verzameld en in elkaar gezet als een herinnering (daarom is het ook mogelijk dat er op basis van misleidende informatie van bijvoorbeeld familieleden pseudoherinneringen kunnen ontstaan). Het geheugen is dus geen fotoalbum maar een assemblagefabriekje.
Het resultaat van de assemblage verschilt van moment tot moment en van persoon tot persoon: op je 18e kan jouw herinnering aan een en dezelfde gebeurtenis heel anders zijn dan op je 34e. En vraag eens aan je broer of zus naar zijn of haar herinnering aan een gebeurtenis in je jeugd, grote kans dat je twee verschillende verhalen hoort. Wantrouw dus mensen met een zogenaamd fotografisch geheugen die iets voor 100% zeker menen te weten.
10. Stap uit je bubbel
De moeilijkste voor het laatst: probeer je open te stellen voor het verhaal van de ander. Dat is makkelijk gezegd, de praktijk laat zien hoe moeilijk het is. Het verschil in opleiding veroorzaakt verschillende leefwerelden. Met behulp van internet kun je elke stelling van feiten en feitjes voorzien, je construeert zo je eigen gelijk en wanneer je kritiek krijgt ga je nog fanatieker op zoek naar het eigen gelijk. Op Twitter kun je zien waar dit toe leidt: etiketten op mensen plakken, scheldpartijen, alles wat een redelijk gesprek onmogelijk maakt. Wat helpt is op zoek te gaan naar de weerlegging van je eigen verhaal. Beperk je niet tot WYSIATH (what you see is all there is) maar zoek meer informatie. Begeef je daarom ook in andere bubbels, dat kan helpen je geest te openen.
Staan op de schouders van reuzen: deze tekst is gebaseerd op het werk van verschillende onderzoekers. Per onderdeel noem ik de belangrijkste auteurs.
-
Root-causeverklaringen maken je lui: Maite Vermeulen, lid van het platform De Correspondent en Hans de Bruijn, hoogleraar bestuurskunde aan de Technische Universiteit Delft.
-
Protocollen schakelen het denken uit: Jan Bransen, hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit.
-
Gebruik de goede werkwoorden: Esther Perel, psychotherapeut in New York
-
Taal stuurt het denken: Hans de Bruijn.
-
Laat je niet uit het veld slaan door ‘geleerde analyses’: Zie Hans de Bruijn en Harald Merkelbach, hoogleraar Psychologie aan de Universiteit Maastricht.
-
Je hebt denken en denken: Daniel Kahneman, hoogleraar Psychologie in o.a. Israël.
-
Voorkom tunnelvisie: zoek naar tegenbewijs: Rassin, hoogleraar Psychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
-
Blijf weg van de slachtoffercultuur: Hans de Bruijn.
-
Wantrouw je herinneringen: Iris Sommer, hoogleraar neuropsychologie aan het Universitair Medisch Centrum Groningen en Harald Merkelbach.
-
Stap uit je bubbel: Karl Popper (1902-1994) wetenschapsfilosoof aan o.a. London School of Economics, Hans de Bruijn en Ruben Mersch, filosoof en schrijver, en vele anderen.