Een zondagmiddag in Nijmegen

Om iets over tweeën loopt een jonge man met een peuter op zijn arm in de Burgemeester Daleslaan in Nijmegen. In zijn andere hand een telefoon, waarin hij brult: ‘Arnhem dood, Arnhem dood!’ [*]

Voor de Nederlandse voetbalbond is het de dag van de goede bedoelingen. Scheidsrechter, trainers en aanvoerders dragen die dag speldjes met de regenboogkleuren van One Love, een campagne voor verbinding in het voetbal. De bond zoekt zijn heil graag bij acties die in de bestuurskamer een positief onthaal vinden. Aan een stevig beleid tegen wangedrag van supporters brandt de KNVB liever niet zijn handen, de echte shit is voor de clubs. 

De twee Gelderse voetbalclubs in de eredivisie spelen sinds lange tijd weer eens tegen elkaar. De supporters hebben er echt naar toegeleefd. Vitesse-supporters lieten voorafgaand aan de wedstrijd een berg slachtafval achter op de herdenkingsplek van een overleden NEC-fan. In Nijmegen werden op verschillende plekken poppen in een NEC-shirt aan een strop opgehangen. En in de nacht voor het duel raakte een jongen van achttien zwaargewond na een gewelddadige confrontatie tussen hooligans.

Voor het begin van de wedstrijd wordt een reusachtig spandoek ontrold, waarin een scherpschutter met het Nijmeegse clublogo een Vitesse-poppetje onder vuur neemt. Beide supportersgroepen vinden dat ze gewoon hun gang moeten kunnen gaan. 'Tifo vrijheid voor iedereen, zelfs voor kanslozen', valt te lezen op een spandoek van NEC-fans.