Beeldvorming
De Volkskrant heeft ooit eens een columnwedstrijd voor leerlingen georganiseerd. Leerlingen schreven over van alles wat hen bezig hield, en dus ging het ook over leraren.
Simone Gablan begint haar bijdrage zo: Leraren zijn vreemde wezens. Ergens in hun leven hebben ze besloten jonge onwetende mensen iets bij te brengen. En ergens tijdens hun docentschap komen ze er achter dat ze de druk niet aankunnen of dat ze eigenlijk zelf misschien wel begeleiding nodig hebben”.
En Iris de Graaf schrijft: “Leraren. Over het algemeen worden ze omschreven als enigszins vreemde, vaak niet erg welriekende volwassenen, die in het algemeen vooral irritaties opwekken. Soms brengen ze je wat bij, maar meestal niet doordat de stof zo interessant is”. Schrijver Oscar van den Boogaard deed er in dezelfde krant nog een schepje bovenop: ”Leraren zijn vreselijke mensen. Altijd maar klagen. De lerarenkamer is mijn voorstelling van de hel”.
Deze beelden zijn niet nieuw. Erasmus doet in Lof der Zotheid een flinke duit in het zakje: “… Eeuwig hongerige armoedzaaiers zijn het, die in hun schooltjes – schooltjes? Nee, zorginrichtingen, of liever tredmolens en martelkamers- tussen het schoolvee oud worden van het zwoegen, doof door het geschreeuw, versleten door de stank en het vuil. Maar dankzij mijn gunst zijn ze in hun eigen ogen de nummers één onder de mensen, zo genieten ze van zichzelf op het moment dat ze hun angstige klas met dreigende blik en stem laten sidderen…”. En verderop: “Maar wat ze nog gelukkiger maakt is dat ze een eigenaardig geloof in hun eigen geleerdheid hebben”.
Misschien goed om te weten dat Erasmus hier de Godin van de Dwaasheid aan het woord laat.