Een Biblebelt(je) in Amsterdam
In mijn jeugd woonde ik een tijd lang in de Biblebelt. Honderd meter achter ons huis stond de kerk van de Gereformeerde Gemeente, ’s zondags kon je het gezang van de gemeente van grote afstand horen. De kerkgangers zongen de psalmen op hele noten. Het resulteerde in een geheel van klanken waarbij de bijbehorende woorden verloren gingen. Het had wel iets van geluiden van een andere planeet, een planeet zonder veel vrolijkheid. Niet voor niets werd de kerk als zwaar betiteld, er was geen ruimte voor lichtzinnigheid.
De gemeenteleden hadden het niet op homofielen, ze moesten ook niets van televisie of kaartspelen hebben. En ook katholieken (gelukkig, er woonde maar één katholiek in het dorp, op zondagmorgen sneakte hij er in alle vroegte vandoor om elders in de omgeving zijn geloof in die vermaledijde dwaalleer te stijven) waren verderfelijke lui.
Ik was verbaasd dat er nogal wat ophef ontstond over de Nashville-verklaring, de verklaring waarin de orthodoxe broeders (en zusters?) nog maar weer eens uit de doeken doen dat homofilie niet in overeenstemming is met het Woord Gods. Oud nieuws.
Ik verwonder mij er vooral over hoe je zo zeker weet dat jouw God bestaat, hoe je zo precies kunt weten wat hij van allerlei zaken vindt en hoe je van een enorm inconsistent boek als de Bijbel zulke boude beweringen kunt afleiden.Maar er zijn mensen in Nederland die zo denken. Het zijn er op de keper beschouwd niet veel maar ze bestaan.
Wanneer je als kind ontdekt dat je homofiel bent of wanneer je in het verkeerde lichaam zit, is het bijzonder pijnlijk als je opgroeit in een orthodox gereformeerd gezin. Overigens zal dat ook andersom confronterend zijn geweest. Een straat verder bij ons woonde een travestiet (hij praktiseerde zijn levensstijl enkel in de grote stad) die uit een zwaar milieu kwam. Achteraf realiseer ik me hoe moeilijk dat (ook) geweest moet zijn voor zijn godvrezende ouders.
Dat veel mensen zich gekwetst voelen is begrijpelijk. Maar de onverdraagzaamheid en het morele superioriteitsdenken in de vele reacties maken mij niet echt vrolijk. In een open samenleving is juist een kernwaarde dat iedereen zijn eigen gedachten erop na mag houden. Vrijheid van meningsuiting bestaat pas echt wanneer er vrijheid is om de meest gekke dingen te roepen. Een dieptepunt vond ik de handelswijze van Femke Halsema die niet alleen mee demonstreerde met haar geestverwanten maar een toespraak hield waarin zij de Nashville-verklaring hekelde. Ik denk dat dat principieel fout is. Je bent burgemeester van alle Amsterdammers, niet alleen van de leuke Amsterdammers, van de Amsterdammers met de ‘juiste’ opvattingen maar ook van de bevindelijke Amsterdammers.
En dan nog iets. Stel nu dat het omgekeerde zou gebeuren, stel je eens voor dat de Biblebelt zich terugtrekt in Amsterdam en dat de SGP daar aan de macht komt. Wat zou het mooi zijn dat er dan een demonstratie plaats kan vinden tégen het gedachtegoed van de SGP en dat de SGP-burgemeester van Amsterdam bij die demonstratie zou spreken met de boodschap dat zij het totaal oneens is met de demonstranten maar dat zij tot haar laatste vezel het recht om andersoortige opvattingen te verkondigen, zal verdedigen. Dat past een burgemeester in een tolerante samenleving.