Uitleggen
Hoe slim is een slimme auto?
Veel mensen vinden van zichzelf dat zij goed auto kunnen rijden, in ieder geval beter dan de meeste mensen. Om met Monty Python te spreken: ‘We zitten allemaal boven het gemiddelde!’ Soms overschatten wij onszelf graag en waar kun je dat beter doen dan bij vaardigheden die moeilijk meetbaar zijn?
Autorijden doet zich voor als een serie routinehandelingen maar is in werkelijkheid een optelsom van nauwkeurig observeren, anticiperen en keuzes maken. Vandaar de vraag of je bij vermoeidheid, irritatie of geklungel op je telefoon, wel in staat bent goede beslissingen te nemen. Zou een slimme auto het niet beter doen?
De slimheid van zo’n auto staat of valt met de kwaliteit van de kunstmatige intelligentie die de makers erin stoppen. Het begint met basale instructies: stop als je een zebra nadert en er steekt een voetganger over. Appeltje eitje. Zo kun je regels voor allerlei situaties formuleren, alleen mogen die niet al te star zijn, je wil geen gevaarlijke situaties zoals in de film Rain Man waarin de autistische hoofdpersoon midden op het kruispunt stokstijf blijft staan omdat het voetgangerslicht inmiddels op rood is gesprongen.
Daarnaast is er een probleem dat niet alle mogelijke situaties en omstandigheden kunnen worden voorzien; de kunst is een computer te ontwikkelen die in staat is om uit alle geprogrammeerde regels zélf af te leiden wat de regels in de nieuwe specifieke situatie zouden moeten zijn.
Opnieuw een voetganger die oversteekt. De auto beslist om netjes te stoppen. Op dat moment blijken de remmen opeens niet meer te functioneren, de computer maakt, geheel volgens het instructieboekje, bliksemsnel nieuwe berekeningen en komt uit op twee opties: de voetganger scheppen of de auto tegen de muur langs de weg sturen waarbij het risico op schade bij de chauffeur komt te liggen. De keuze is aan de computer!
Terzijde: stel dat de computer kiest voor het scheppen van de voetganger, kunnen de nabestaanden dan een claim indienen tegen de Kunstmatige Intelligentie van de auto?
Bovenmenselijke intelligentie?
Ik weet de afloop niet. Maar de nieuwsgierigheid is er, vandaar dat ik mijn kans greep om op het Betweterfestival te horen of kunstmatige intelligentie onbeheersbaar slim wordt. Sommige experts, aldus het programmaboekje, wijzen op de mogelijkheid van singulariteit: een situatie waarin de technologische ontwikkeling een zodanige versnelling krijgt dat haar invloed op de maatschappij niet langer voorspelbaar is: kunstmatige intelligentie die zich ontwikkelt tot bovenmenselijke intelligentie.
Het vormt een geliefd thema voor sciencefiction-achtige boeken en films; zo wordt in de film Colossus: The Forbin Project een Amerikaanse defensie-supercomputer door een almaar complexer ontwikkelend algoritme steeds slimmer. Als hij een staat van zelfbewustzijn bereikt maakt hij verbinding met zijn Russische tegenhanger Guardian en verplichten zij gezamenlijk de mensheid tot vreedzame co-existentie. (Wellicht iets voor een experiment in het Midden-Oosten?).
De kans op singulariteit leidde tot de centrale vraag voor de betweter van dienst: kan de computer zichzelf slimmer maken en daardoor de mens op alle vlakken overtreffen?
De betweter in actie
De betweter heeft een slechte naam, het is een eigenwijze wijsneus die het altijd beter denkt te weten en daardoor vooral ergernis oproept, de toevoeging ‘betweter’ werkt als een probaat middel om ‘m de mond te snoeren.
Maar omschrijf zoals het Betweterfestival dat doet, een betweter nu eens als een nieuwsgierig en onderzoekend iemand die alles beter wil weten - wat is daar eigenlijk mis mee? Het festival heeft zodoende van de beschimping een geuzennaam gemaakt en geeft allerhande betweters ruim baan om hun wijsheid te verspreiden. En omdat het een festival is gebeurt dat in korte blokjes zodat er ook voldoende tijd over is voor nacho’s, vegaburgers en singer-songwriters.
Zwartkijkers zullen wellicht somberen dat je in een half uurtje niet de beperktheid van kunstmatige intelligentie kunt bespreken, maar hé, laat Arjen Lubach in zijn Avondshow niet zien hoe je supersaaie en ingewikkelde problemen in korte tijd helder kan uitleggen?
Aan zijn betweterigheid lag het niet. Hoogleraar filosofie met een degelijke opleiding aan de Technische Universiteit Delft en een CV van hier tot gunter. Maar, weten bleek toch wat anders dan uitleggen.
Hij begon met zijn conclusie: ‘Nee, we kunnen gerust gaan slapen, kunstmatige intelligentie is dommer dan sommige panikeerders ons willen doen geloven’. Dat prijsgeven van de clou hoeft geen ramp te zijn; zijn er niet detectiveschrijvers die op bladzijde één reeds melden wie de moord heeft gepleegd om vervolgens een bloedstollend verhaal te vertellen over het wie, waar en waarom?
'Dit snappen we natuurlijk allemaal'
Dat je je verhaal ondersteunt met wat trefwoorden of grafieken houdt de luisteraar bij de les, maar als je je PowerPoint hanteert als ware het een tenniswedstrijd, de betweter draaide voortdurend met zijn hoofd van de zaal naar het scherm en weer terug, dan verhuist de aandacht als vanzelf naar het achterhoofd van de docent. Het voorschotelen van een voor mij duistere grafiek, opgediend met de opmerking ‘dit snappen we natuurlijk allemaal’ hielp ook niet echt; het bleek de opmaat om een complexe vergelijking (Einstein!) op het scherm te toveren met het commentaar dat hij die vergelijking wel doorgrondde maar ‘m niet ging uitleggen omdat ie niet relevant was voor zijn verhaal.
Zo waren we al gauw een kwartier verder: ‘Oeps, wat gaat de tijd toch hard! En ik moet nog ettelijke sheets met jullie delen!’ Zijn oplossing was van een elegante simpelheid, hij zette eenvoudigweg zijn turbo aan, sprak en toonde zijn plaatjes voortaan op driedubbele snelheid.
Hoe hij dus precies tot zijn conclusie ‘Ga maar gerust slapen’ kwam, bleef voor mij onduidelijk. Mismoedig somberend dat dat lesgeven toch een hele kunst is, sjokte ik de zaal uit.
Kunstmatige intelligentie mag dan volgens de prof een beetje dom zijn, de menselijke intelligentie kan soms als het gaat om uitleggen, wel een oppepper gebruiken.
###