Leiderschap in De Luizenmoeder
Schooldirecteur Anton is een lulhannes eerste klas. Hij kan geen leiding geven, hij kan niet managen en hij kan al helemaal geen lesgeven. Je ziet het voor je dat de schrijvers een chef bedenken die helemaal niets kan behalve de hele boel in het honderd sturen. Lachen.
Interessant werd het toen ik een serieuze analyse over Anton-als-leider las. Het zou gaan om een bij uitstek narcistische baas. Niet zo vreemd, aldus de schrijfster, je hebt nu eenmaal veel narcisten onder leidinggevenden (!). Kenmerkend voor zo’n narcistische baas is dat hij lijdt aan zelfoverschatting en tegelijkertijd verblind wordt door onrealistische doelen. Hij kan slecht luisteren; is ook niet nodig want hij denkt vrijwel alles beter te weten. En meneer narcist raakt zwaar geërgerd wanneer iemand het waagt om hem te kritiseren. Lekker dus zo’n narcistische baas.
Voor een komedie is dit een aantrekkelijk gegeven; bij de verklaring van het succes van De Luizenmoeder werd vaak gewezen op de zogenoemde herkenbaarheid. Op dit punt is er een vergissing in het spel. In het onderwijs is er een sterke traditie dat mensen als docent beginnen en na verloop van tijd zin krijgen om mede aan het stuur te staan van een school. Bijna alle directeuren in het basis- en voortgezet onderwijs hebben een jarenlange ervaring als docent achter de rug voordat ze als leider gaan werken.
Betekent dat dan dat ze leiding kunnen geven en kunnen managen? Nee. Dat vergt hele andere competenties dan die van het lesgeven, in de praktijk blijken de meeste mensen dit heel goed onder de knie krijgen. Maar de basis voor het doorgroeien is dat ze vrijwel allemaal prima de luxe docenten zijn, zonder de reputatie van goede docent kom je er natuurlijk nooit. Dat directeur Anton een leider van niks is, ok dat kan, maar dat hij helemaal geen les kan geven is wel zeer onwaarschijnlijk (maar natuurlijk wel leuk om naar te kijken).
In de laatste aflevering van seizoen 1 wordt Anton belaagd door het bestuur. De financiële huishouding is een janboel, er wordt geld besteed aan de verkeerde dingen. Tijd voor een externe adviseur. De gehele staf minus uiteraard onze Anton heeft in de gaten dat de zogenaamde analyse van de adviseur slechts een opstapje is om haar in de positie van Anton te manoeuvreren. En dan treedt het effect ‘blijf-met-je-rotpoten-van-onze-rotchef-af’ op. De gehele staf ligt dwars bij de couppoging van het bestuur: Anton is gered door zijn personeel. Blijkbaar is een externe adviseur toch een graadje erger dan de eigen narcistische baas.